Voor organisaties die streven naar topprestaties is het van belang dat men actief stuurt op duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Blije, gemotiveerde en gezonde medewerkers leveren immers een hogere toegevoegde waarde. Hiervan zijn organisaties voor hun prestaties sterk afhankelijk. Ook voor werknemers is duurzame inzetbaarheid van belang. Natuurlijk vanwege het opschuiven van de pensioenleeftijd, maar ook om ook in (snel) veranderende omstandigheden toegevoegde waarde te kunnen blijven leveren. Met plezier blijven werken tot op hogere leeftijd dus.
Maar hoe realiseert u effectief beleid? Waar liggen kansen en grenzen? Wat zijn de randvoorwaarden? Waar liggen de verbindingen met Lean? Wat levert het op? Allemaal vragen die aan de orde komen in de Special Interest Group Duurzame Inzetbaarheid.
Duurzame inzetbaarheid is het vermogen van de medewerker om nu en in de toekomst toegevoegde waarde te leveren voor een organisatie en daarbij zelf ook meerwaarde te ervaren.
Richting:
Organisaties die adequaat sturen op duurzame inzetbaarheid en talentontwikkeling, profiteren optimaal van het talent dat in de eigen organisatie aanwezig is. Medewerkers en organisatie ontlenen beide toegevoegde waarde aan de samenwerking en investeren in het behoud van die toegevoegde waarde. Is het in uw organisatie duidelijk wat daarbij het gewenste toekomstbeeld is? En wat zijn in uw organisatie belangrijke waarden?
Inrichting:
Natuurlijk zijn er procedures en werkafspraken over de gesprekscyclus en zijn er faciliteiten voor opleiding en training. Ook een ontziemaatregel voor oudere medewerkers of een training gespreksvaardigheid kan een nuttig instrument zijn in de sturing op duurzame inzetbaarheid. De vraag dient zich aan wat de samenhang en effectiviteit is van al deze faciliteiten en werkafspraken. Op welke wijze toetst en verbetert u deze effectiviteit in de praktijk?
Verrichting:
Kenmerkend voor goede sturing op duurzame inzetbaarheid is dat leidinggevenden en medewerkers in allerlei contactmomenten goed samenwerken aan de inzetbaarheid (nu èn in de toekomst). Beide hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid (leiderschap). De vraag is: hoe herken ik in mijn organisatie de afdelingen waar goed wordt gestuurd op duurzame inzetbaarheid? Hoe uit zich dat? Welke resultaten wijzen op uitstekende sturing?
Sturen op duurzame inzetbaarheid betekent dat de organisatie op een logische, effectieve en passende wijze invloed uitoefent op de toegevoegde waarde die medewerker en werkgever van elkaar ervaren (nu en in de toekomst).
1.
U wordt ondersteund en geïnspireerd bij het realiseren van effectieve sturing op duurzame inzetbaarheid in de eigen organisatie. Hierbij kan het gaan om het initiëren of implementeren van nieuw beleid, maar ook om het verbeteren van bestaand beleid. De deelnemer wordt geholpen dit beleid af te stemmen op de strategie en de visie van de eigen organisatie.
2.
Uw eigen casus of uw eigen beleid staat centraal en ontwikkelt zich in de loop van de bijeenkomsten. De input van de ervaren begeleiders en de collega-deelnemers helpt u bij het realiseren van een plan voor verbeterde sturing. Er is daarbij veel aandacht voor de business-case: Welke resultaten zijn te
verwachten? Wat levert het uw organisatie op?
3.
Goede ‘bruikbaarheid’ en praktische toepasbaarheid van de geboden stof wordt gegarandeerd. Ervaren professionals ondersteunen u bij de uitwerking van uw casus. Casuïstiek uit
de dagelijkse praktijk is een wezenlijk onderdeel.
4.
In deze werkgroep is veel aandacht voor: verbinding, humor, verdieping, samenwerking,
vertrouwen en partnership.
HR-managers, leidinggevenden, managers en ARBO professionals